Waar beoordelen we op?
Binnen onze beoordelingen focussen wij op de ecologische duurzaamheid van producenten. Duurzaamheid betekent in deze context het behoud en zorgen voor de gezondheid van onze planeet. In deze beoordeling nemen wij de verschillende aspecten van duurzaamheid mee die op de grondstoffen en de productie van toepassing zijn. Het ene aspect weegt daarin zwaarder dan het andere, afhankelijk van het effect op het milieu. Wij nemen alleen producenten en producten mee die als duurzaam op de markt worden aangeboden.
Daarna kijken we naar de verschillende producten van de producent en beoordelen we dit op mogelijke schadelijke ingrediënten voor het milieu of onze gezondheid. Denk hierbij aan o.a. schadelijke gevolgen voor aquatisch leven, allergische reactie en ziekte- of kankerverwekkende stoffen.
(Micro)Plasticvrij
Er zijn veel producten in de markt die (micro)plastics bevatten. Neem bijvoorbeeld plastics bevattende cosmeticaproducten die hormoonverstorende stoffen bevatten die schadelijk zijn voor het menselijk lichaam (kankerverwekkend, suikerziekte, vruchtbaarheidsproblemen etc.). Daarnaast komen veel van deze microplastics in het riool terecht waar het zich vermengt met het slib dat daar aanwezig is. In sommige landen wordt dit slib verwerkt tot mest dat op het land wordt gebruikt. Hierdoor kunnen sommige groentes en fruit ook microplastics bevatten.
Buiten de producten om vormen de verpakkingen ook een groot probleem. Veel verpakkingen worden nog steeds van plastic gemaakt maar gelukkig komen er ook steeds meer duurzamere alternatieven op de markt.
Vrij van palmolie
Om plaats te maken voor palmolieplantages worden grote stukken van het regenwoud gekapt. Dit gaat ten koste van de natuur, biodiversiteit en de wilde dieren in die gebieden. Het leefgebied van vele dieren en planten wordt hierdoor verwoest. Omdat palmolieplantages vaak monoculturen zijn, biedt het geen mogelijkheden om dieren en planten te huisvesten. Monoculturen betekent hierin dat de plantage maar uit één gewas bestaat, in dit geval enkel oliepalmen, wat zorgt voor een te lage biodiversiteit voor vele dieren en planten.
Daarnaast ontstaan door het kappen van bossen en de drooglegging van veengronden licht ontvlambare gebieden. Gebieden die jaarlijks meerdere malen in brand staan, met hevige rookontwikkeling tot gevolg. Dit heeft ernstige gezondheidsproblemen tot gevolg voor honderdduizenden mensen in deze gebieden. Door deze branden komt er ook nog eens veel CO2 vrij, wat weer gevolg heeft voor klimaatverandering. Daarnaast wordt op de palmolieplantages veel gebruik gemaakt van pesticiden. Deze zorgen voor volledige uitputting van de grond en daarmee voor onherstelbare schade. Ook kunnen deze pesticiden terecht komen in de uiteindelijk geproduceerde palmolie.
Belangrijk om te weten: Sinds 1990 is er alleen al in Indonesië 25 miljoen hectare bos gekapt om plaats te maken voor palmolieplantages. Het kappen van bossen voor palmolieplantages is de afgelopen decennia het grootste probleem van ontbossing geweest in Indonesië (Greenpeace, 2018).

Vrij van soja
De productie van soja heeft qua gevolgen voor het milieu veel overeenkomsten met de productie van palmolie. Ook hier hebben we te maken met ontbossing en het uitgeput raken van de bodem. Daarnaast raakt er ook nog eens veel water vervuild door het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest.
Soja wordt vooral verwerkt in veevoer (maar ook in zeep en levensmiddelen), hierdoor zit meer dan 90% van de soja ‘verborgen’ in het voedsel dat we eten. Voor het produceren van 100 gram kaas is bijvoorbeeld 20 gram soja nodig en voor een hamburger van 100 gram is dit zelfs 45 gram (Milieu Centraal, 2024).
De toegenomen consumptie van vlees heeft ervoor gezorgd dat de productie van soja de afgelopen vijftig jaar zeven keer zo hoog is geworden (Milieu Centraal, 2024). Ook wordt soja nog regelmatig verwerkt in diverse zepen en biobrandstof.
Net als palmolie wordt ook soja in verre landen geproduceerd. Hierdoor moet het ook nog eens getransporteerd worden naar de Westerse wereld. Ook dit zorgt voor veel uitstoot.
Natuurlijke ingrediënten en vrij van chemicaliën/sulfaten
Zowel het gebruik van chemicaliën als het afval dat uiteindelijk overblijft zijn zeer schadelijk voor het milieu. De chemicaliën kunnen een direct effect hebben op de gezondheid. Het afval vervuilt onder andere het voedsel dat wij eten maar ook het water en de lucht van miljoenen mensen. Wereldwijd wordt volgens diverse schattingen ongeveer 6% van de ziektelast, waaronder chronische ziektes, kanker, neurologische- en ontwikkelingsstoornissen en 8% van de sterfgevallen toegeschreven aan het gebruik van chemicaliën (EEA, 2023).
Sulfaten dragen bij aan de verzuring van het oppervlaktewater en bodem. Zure regen en mist zorgen voor aantasting van ecosystemen. Natuurlijke en biologische producten zijn vrij van synthetische en chemische stoffen en zijn beter voor de mens en de planeet.

Vegan
Vegan, of veganisme, is eenvoudig gezegd een levenswijze waarbij gestreefd wordt om geen dieren te (laten) gebruiken. Het gaat daarbij niet alleen om de manier waarop dieren gebruikt worden, maar vooral dát dieren gebruikt worden. Veganisme zorgt ervoor dat dieren niet langer gefokt, opgesloten, uitgebuit en vroegtijdig gedood hoeven te worden. De veehouderij zorgt voor ongeveer 12% van de totale uitstoot aan broeikasgassen (FAO, 2023) en draagt daarmee bij aan de opwarming van de aarde. Daarnaast is de vleesproductie één van de oorzaken van milieuproblemen. Denk daarbij aan bodemverontreiniging, water- en luchtvervuiling, verzuring en aantasting van de biodiversiteit.
Het gebruik van veganistische (plantaardige) producten verkleind daarnaast de kans op hart- en vaatziekten, kanker en diverse andere ziektes.
Door dierlijke producten te vervangen door plantaardige producten met een gelijke voedingswaarde is in de regel minder landbouwgrond nodig. Daarnaast is er voor dierlijke producten meer water nodig dan voor de plantaardige variant. Men spreekt dus van een grotere ecologische voetafdruk bij dierlijke producten dan bij die van de plantaardige.
Afvalvermindering
Het terugbrengen van de hoeveelheid afval zorgt voor een verminderde verwerking van restproducten. Dit zorgt voor een lager energieverbruik en daardoor een lagere CO2 uitstoot. Indien reststromen (van andere producties) gebruikt kunnen worden in de verwerking van een product, zorgt dit voor minder afval. Dit geldt ook voor de verwerking van het gehele grondstof, dus dat bijvoorbeeld ook de schil/pit van bepaalde gewassen worden verwerkt in het product. Indien een product helemaal op te gebruiken of herbruikbaar is, is er geen tot weinig afvalverwerking nodig wat dus zorgt voor geen tot weinig 'extra' uitstoot. Ook helpt het gebruik van navulbare verpakkingen, waardoor er voor elk nieuw product geen nieuwe verpakking geproduceerd hoeft te worden en dit ook niet verwerkt hoeft te worden bij het afval.
Lage dosering
Wanneer van een product minder nodig is voor hetzelfde resultaat hoeft er minder van het product gemaakt te worden. Dit zorgt voor minder gebruik van grondstoffen, minder transport en minder uitstoot. Al deze aspecten zorgen ervoor dat het milieu minder belast wordt.
Klimaatneutrale productie/transport en CO2 compensatie
Klimaatneutraal produceren is zeer belangrijk in het produceren van een duurzaam product. Bij een klimaat neutrale productie zorgt de producent ervoor dat de productie niet bijdraagt aan de uitstoot van broeikasgassen, en daardoor niet aan klimaatverandering.
Aangezien klimaatverandering één van de grootste hedendaagse uitdagingen is, is het van groot belang om zo min mogelijk eraan bij te dragen. Klimaatneutraal transport volgt hetzelfde principe als klimaat neutrale productie alleen dan gefocust op het vervoer van grondstoffen en producten.
Voorkomen is natuurlijk beter als genezen. Dat geldt ook voor de CO2 compensatie waarop wij beoordelen. Het zoveel mogelijk vermijden van de uitstoot van CO2 is in eerste instantie het belangrijkst voordat je überhaupt aan CO2 compensatie kunt denken.
CO2 compensatie betekent dat je de CO2 die je uitstoot op één of andere manier compenseert. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat ergens anders minder CO2 uitgestoten wordt of CO2 uit de lucht wordt gehaald.
De drie belangrijkste manieren om te compenseren zijn:
- CO2 vastleggen door bijvoorbeeld bomen aan te planten
CO2 uitstoot voorkomen door energiebesparing
CO2 uitstoot verminderen door hernieuwbare energie (denk hierbij aan een zonne- of windmolenparken).
Extra info:
Compensatie wordt vaak uitgedrukt in credits. Met een credit claim je de reductie van 1 ton, 1000 kg CO2 uitstoot. Er wordt onderscheid gemaakt in twee soorten credits: verplichte en vrijwillige credits. Verplichte credits zijn bedoeld voor bedrijven die verplicht zijn om hun uitstoot te verminderen. Sinds 2021 mogen deze bedrijven in de EU geen verplichte credits meer inzetten voor het behalen van de CO2-doelstellingen. De vrijwillige credits zijn bedoeld voor de bedrijven en consumenten die op vrijwillige basis de uitstoot willen compenseren, denk hierbij aan het optioneel betalen van een meerprijs van uw vlucht om (gedeeltelijk) voor de CO2 uitstoot te compenseren.
Lokale ingrediënten en productie in Nederland
Door lokale grondstoffen te gebruiken en de productie in Nederland te laten plaatsvinden zorg je ervoor dat de uitstoot door transport wordt verminderd. Dit gaat op voor zowel het transport van grondstoffen naar de fabriek als het transport van het product van de fabriek naar de verkooppunten.
Biologisch
Biologische landbouw is beter voor natuur en klimaat door een substantiële reductie van broeikasgassen, nitraatuitspoeling en ammoniak per hectare (WUR, 2023). Dit komt omdat er geen gebruik wordt gemaakt van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Hiermee draagt het bij aan een toekomstbestendige landbouw. Echter is biologische landbouw wel minder gunstig voor het milieu als er gekeken wordt naar kilo product, omdat de productie van biologische producten lager is dan regulier.
Geen toevoeging van water
Waterbesparing is van steeds groter belang in relatie tot klimaatverandering. Door de opwarming van de aarde is er steeds meer schaarste met als gevolg: toenemende uitdroging van natuurlijke waterbronnen, vervuiling, verdroging en verzilting. Ook kost het zuiveren van water energie en wordt er gebruik gemaakt van chemicaliën. Door het gebruik van minder water, wordt minder energie gebruikt, wat resulteert in een verminderde CO2 uitstoot.
